Kasteel Heuvelhof

Na de overname door de gemeente werd het terrein een openbaar park, waar in de loop der jaren allerhande dingen ingericht werden.


Aan de rand kwamen er nog een rusthuis en een aantal bejaardenhuisjes, in de buurt beter bekend als “de klein huizekes”; in het park kwamen tijdens het pinkster-weekend de jaarlijkse Kesselse Feesten, met kermis, handelsbeurs en allerhande animatie, waaronder een viswedstrijd op de vijver. Die feesten werden traditiegetrouw afgesloten met een groots vuurwerk. Kinderen konden er spelen in de speeltuin, geschilderd in blauw en geel, de kleuren van Kessel-lo.


Het domein kende doorheen de jaren ook een wisselende fauna, gaande van een eenzame ezel, Franske, die in de grot naast de vijver woonde (foto rechts) tot een heus hertenpark. Er was een tijdje ook een duiventil. De eendjes zijn de enige constante.

De gemeente Kessel-Lo werd gesticht in 1829, Willem Coosemans (kath.) werd de eerste burgemeester van 1829 tot 1839. Toen vergaderde de gemeenteraad in een zaaltje in Vlierbeek. In 1867 werd het eerste gemeentehuis gebouwd op Heffel, het huidige Gemeenteplein. In 1938 kon de gemeente het domein Heuvelhof kopen, het oude gemeentehuis werd in 1959 afgebroken. Nu staat daar een school. Na de fusie van 1977 werd het kasteeltje van Heuvelhof deelgemeente-huis. Alle burgemeesters van Kessel-Lo kregen later een straat met hun naam.

Geschiedenis rond het gemeentehuis van Kessel-Lo

Domein Heuvelhof

Park Heuvelhof

Voor het gebruik van koelkasten en diepvriezers maakten de mensen gebruik van ijskelders. Die dienden om ijs, dat in de winter uit vijvers gehaald werd, ’s zomers in te bewaren. Zij ontstonden waarschijnlijk in de 16e eeuw na de uitvinding van roomijs.


De besten waren uit steen, soms ook van hout. Uiteraard waren de stenen de beste en zijn alleen die bewaard gebleven.


Zo’n ijskelder zat gedeeltelijk ondergronds en had dikke, soms dubbele, soms wel driedubbele muren en een ton- of koepelgewelf. Dat was dan afgedekt met een dikke laag aarde, waarop struiken en bomen geplant werden. De ingang was gewoonlijk aan de noordzijde. Meestal was er een korte gang met een tweede deur, om zo goed mogelijk te isoleren. Bovenaan was er meestal een ventilatiegat voor de afvoer van vochtige lucht.


In de zomer werd een stuk van het ijsblok gekapt (het ijs vroor ’s winters –al dan niet door er water over te gieten- in 1 blok aan elkaar) en in de keuken in een geïsoleerde kast gestopt, waar het dan diende om o.a. dranken en ijsjes te koelen.


Na de opkomst van elektrische koelapparatuur geraakten de ijskelders in verval. Sommigen werden de laatste jaren ingericht als verblijfplaats voor vleermuizen.


Ook hier werd een ijskelder gebouwd als onderdeel van het landgoed. Het ijs werd uit de vijver gehaald. De ijskelder werd jarenlang niet gebruikt totdat in 1990 hier een vleermuisverblijf ingericht werd.

Ijskelder

Ijskelder