Kessel-Lo was tot in de jaren ’80 een vrij autonome omgeving. Er waren zo veel winkels in de buurt dat de mensen voor hun boodschappen eigenlijk nooit naar “de stad” (Leuven) hoefden te gaan. Alles was in de onmiddellijke buurt beschikbaar, van voedingswaren tot schoenen of kledij. Een wasserij, cafés (bv. “De Vier Maskes”), een brasserie, likeurwinkels, alles bevond zich bij wijze van spreken binnen handbereik. Vooral op de Diestsesteenweg en in enkele zijstraten lagen heel veel winkels.


In de Smidsestraat was er één café (Smidsestraat 11), dat een tijd door de ouders van Denise werd uitgebaat. Louisa en Marie-Josée herinneren zich ook een vroegere uitbaatster, “Blondine”. Blondine had een witte hond waar ze heel erg aan gehecht was. Na zijn dood werd de hond opgezet en kreeg hij een plaats op het buffet. Het café had achteraan nog een zaaltje. Marie-Louise is daar nog met haar kinderen naar een sinterklaasfeestje geweest dat door de “burgemeester van de Valvekensstraat” (gekozen door de wijk) werd georganiseerd.


“Bij Blondine” sloot uiteindelijk in de jaren ‘70 zijn deuren.


Op de hoek van de Smidse- en de Valvekensstraat (kant steenweg) was er een tweede café, de staminee van Lowie Buls (foto links). Het hoekhuis aan de overkant was de winkel van Fekke “Petat” en Lisa Verbeek en hun zoon Fons ”Petat“ Verbeek: een handel in specerijen, kolen en (voornamelijk) aardappelen.


In de Opvoedingstraat 12 woonde François “Swa” Symons, de wijnhandelaar uit de Gemeentestraat. Hij bezat de enige alleenstaande garage achter het huis op de hoek van de Smidsestraat met de Opvoedingstraat. Die garage deed dienst als wijnopslagplaats.


In nr. 29 woonden Arthur “Tuure” en Sidonie Verhaegen. Tuure was schrijnwerker-meubelmaker en had als eerste in de straat telefoon, voor 3 BEF konden de buren er telefoneren. Tuure had de houtzagerij in de Valvekensstraat overgenomen van Isidoor “Dorre” Deweerdt. Dorre was een echte vakmens, tot in de jaren 60 maakte hij heel mooie potten en vazen op de draaibank met ingelegd hout en bouwde ook machines: zo maakte hij een slijpmachine om lintzagen van 7 meter lang automatisch te slijpen. Bij Tuure lieten de schrijnwerkers uit Kessel-Lo en omgeving hun hout afsteken, schaven, zagen, boren en afwerken om in elkaar te steken.

Naast de schrijnwerker woonden in nr. 27 Fernand en Maria De Keyzer. Fernand had op de Diestsesteenweg 197 (nu fietswinkel "T&O bikes”) een kolenhandel.

Winkels, cafés en bedrijven

Staminee Lowie Buls

In de kopergieterij van Henri “Rik” Deruyter in de Opvoedingstraat 19 werden sierstukken gegoten zoals “lampadai-res” (vloerlampen), en zelfs stukken voor grote bedrijven zoals Claeys in Zedelgem.. Ook de afbeeldingen van de “sedes sapientiae”, of plaatjes zoals dat van Erasmus (foto hieronder) werden er gegoten. De ijsboer “Popeye” van de Koetsweg werkte in de winter in de kopergieterij en in de zomer reed hij rond met zijn driewieler-ijskar.


In het atelier op nr. 17 werden gabardines (regenjassen) gemaakt die dan in klerenwinkels werden verkocht. In dit confectieatelier werden ook regenjassen van groene loden gemaakt (jagersjassen). De eigenaar was een zekere mijnheer Buelens die een winkel in Tienen had. ZiIjn vrouw was van Tienen afkomstig en werd door haar accent “de Tienenes” genoemd.


Bloemist Gust Peeters was een belangrijke persoon in onze buurt. Hij bezat heel wat grond en meerdere huizen in de wijk. Zijn broer Charel woonde in de Smidsestraat en werkte eveneens in de serres aan het einde van de straat (nu begin van de Cristianlaan.

Onder anderen Roger en Denise hebben hun huis van hem gekocht. Georges heeft zijn huis gekocht van bloemist Meulemans.


In nr. 20 woonden Felix “Fee” en Anna Peeters. Fee was verzekeringsmakelaar. Hij zat in een rolstoel nadat hij door een ongeval beide benen had verloren, en rookte als een ketter.


In de Smidsestraat nr. 25 woonde Evarist. De man was gehandicapt en verplaatste zich in een rolstoel met een systeem van ketting en tandwielen, eerst manueel, later had hij er een met een motor. Hij verkocht biljetten van "de Koloniale Loterij “aan de Sarma (hoek Parijsstraat-Brusselsestraat) in Leuven tot in de jaren ‘70.


Vooraan in de Schurmansstraat, in het huidige nr. 100, woonde een “plekker” (stukadoor). Op het nr. 22 van de Smidsestraat werkte een hoefsmid. Dit zou een mogelijke verklaring voor de naam van deze straat kunnen zijn, maar meer waarschijnlijk is de straat genoemd naar “les forges” (de smidse) die volgens een plan van de NMBS in die hoek van de Centrale Werkplaatsen gevestigd waren.


In de Valvekensstraat en de Désiré Mellaertstraat waren ook nog enkele winkeltjes, waaronder een slager en een viswinkel ter hoogte van de Landbouwstraat.